Afgelopen vrijdag was het weer de dag.
Ik heb een afspraak op het stoepje van ome keessie, om klokslag 12 uur.
Mijn jaarlijkse afspraakje,dat ik voor niets of niemand afzeg.
Want dan ga ik met een jeugdvriendin de Jordaan in.
Meestal hebben we mooi weer, dit keer regent het pijpenstelen.Maar dat deert ons niet, wij hebben allebei een eigen parapluutje,
en grootste plannen voor vandaag
Eerst gaan wij bijkletsen, koffiedrinken en appelgebak eten
bij 'Sonneveld' met de rood met wit gestreepte zonneschermen.
Als u het leuk vindt? dan neem ik u een dagje mee.
Stap maar met mij in de trein.
We gaan naar Amsterdam Centraal Station, dat is het eindpunt, daar stappen we uit. Dan lopen we richting de uitgang, checken uit en ademen de lucht in van de grote stad.
Het krioelt van de mensen, veelal toeristen, maar ook gehaaste medelanders die rennen in de regen om tram of bus te halen. Eerst even acclimatiseren en aanpassen aan de drukte en het lawaai.
Ik weet meestal wel de weg, maar men heeft het er niet makkelijker op gemaakt voor de toerist in eigen stad. Het duurt héél even voordat ik de halte van lijn 13 vindt. Ik loop er snel naar toe.
Daar wacht ik, onder de overkapping van het open hokje met mijn opgestoken paraplu in de stromende regen af totdat de tram arriveert.Ik heb het koud en merk dat ik veel te dun gekleed ben.
De airco in de trein stond nog op tropenhitte maar buiten is het, hoewel ze beter voorspeld hadden, slechts 18 graden.
het is dringen en duwen wanneer iedereen tegelijk in de tram stapt. Ach ja Lijn 13 is ook wel een héél bekend ritje naar bijvoorbeeld het, 'Anne Frank' huis. Het is de halte 'Westermarkt' waar uitgestapt gaat worden.
Ook hier is het net een mierenhoop. Het is nog vroeg in het seizoen,maar nu al zo wanstaltig druk,dat je bijna over de hoofden kunt lopen.
Over de brug van de Prinsengracht aan de andere kant van het ,Anne Frank, huis, duik ik eerst even de eerste de beste boetiek in om een sjaal te kopen. Mijn nek en armen hebben het zwaar te verduren gehad in de trein en zijn ijskoud. De sjaal vind ik precies in de tint die past bij mijn jurk en vest en die ook nog eens in een prijsklasse valt waar mijn bankrekening het volledig mee eens is. Blij stap ik met sjaal om mijn nek het winkeltje uit. Ziezo, dat scheelt een slok op een borrel!
Het is nog maar een klein stukje lopen naar Café Sonneveld op de hoek van de Egelantiersgracht recht tegenover het huis waar ik ben grootgebracht en ook tegenover het stoepje van ome keessie.
Het gaat ondertussen steeds harder regenen. Vriendin A is er nog niet, dus snel de drempel over naar binnen de warmte in en de kou uit.
Het is in dat eetcafé altijd knus en gezellig.
Luisterend naar het gedempte gerinkel van het servies, de lucht opsnuivend van verschraald bier, koffie en warm eten, het geschuif met de stoelen of de bruine tafeltjes die bijna altijd wiebelen omdat ook dit pand gewoon scheef staat. Heerlijk! Ik voel me daar altijd helemaal thuis.
Wachtend op A krijg ik intussen een héél leuk gesprek met iemand van het keukenpersoneel.Hij kent het gevoel van thuiskomen en saamhorigheid goed. Dat heeft hij meegenomen vanuit zijn land. Hij komt van oorsprong van de bedoeïenen en voelt zich in deze buurt helemaal op zijn plek.
Dan komt A binnen, wij nemen plaats aan een tafeltje bij het raam, allebei struikelend over de woorden die wij gelijktijdig willen zeggen tegen elkaar, vanuit een gevoel van blijdschap dat we elkaar weer zien.
We hebben zoveel te vertellen En dan is er koffie, met appelgebak en heeft A een cadeautje voor mij verpakt in een mooi papier. Het is een gesigneerd exemplaar van het fotoboek met zwart wit foto's van Dorine van der Klei, getiteld 'Kinderen in de Jordaan.'
Hier ben ik reuze blij mee.
Ik heb voor A nog de boekenlegger die hoort bij mijn boek, ze heeft het meegenomen zodat ik er iets in kan schrijven voor haar en het kan signeren. Dat doe ik met alle liefde. Zij is een dierbare vriendin.
Dan komt er een voor ons bekend gezicht de hoek om.Het weerzien is warm en helemaal gezellig.
'Oh'... vraagt de lieverd, 'is dat je boek?' Ik knik vol trots. 'Wat leuk!' roept zij uit en bekijkt het vol bewondering.
Ik schrijf voor haar de gegevens op van mijn uitgever want zij gaat het bestellen. Hoe leuk wil je het hebben zomaar op een doordeweekse regenachtige vrijdag? Ik beloof haar te contacten wanneer ik weer in de stad ben,dan kan zij haar exemplaar meenemen en dan kan ik er voor haar ook iets aardigs inschrijven en het signeren. Zij vindt het helemaal TOP. 'Doen we"zeg ik terwijl ik haar visitekaartje aanpak.
Voordat A was gearriveerd en ik nog niet de drempel over was bij het eetcafé, maar op de voor bij zo bekende Hilletjesbrug een beetje in de stromende regen stond te mijmeren en ondertussen een blik wierp op het pand waar ik ben grootgebracht, gebeurt mij iets verrassends.
Ik zie een dame het trappetje afkomen van nummer 51. Ze loopt naar een scooter,haalt het ding van het slot af en zet de helm op haar hoofd.'Nu of nooit'zeg ik in een vlaag van.... tegen mezelf en stap op de vrouw af. Zij stapt net op en wil de scooter starten, maar voordat zij dat doet, spreek ik haar aan en vraag haar of zij op nummer 51 2 hoog woont. 'Jazeker'zegt ze terwijl ik in een paar vriendelijk ogen kijk. 'Ik woon op twee hoog en heb ook de derde etage met het dakterras.' Toe maar... denk ik,dat was ons zolderkamertje en mijn slaapplek.Ik heb daar gewoond en het grootste deel van mijn jeugd doorgebracht vertel ik haar snel. 'Wil je een keertje binnenkijken?'dat kan hoor!' 'Oh wat aardig' stamel ik overdonderd. 'Ik moet nu helaas weg, dus gooi je kaartje en telefoonnummer maar in de brievenbus,dan contact ik je en dan kom je gewoon een keer.'wat aardig, dank je wel, dat doe ik zeker.' Zij zwaait en draait de hoek om. In het café vraag ik om een stukje papier, schrijf daar mijn gegevens op en wanneer A en ik de gracht aflopen schuif ik met een gevoel van gezonde spanning het papiertje in de nieuwerwetse glimmende gleuf van de brievenbus. haar naam is Philomenia.
Daarna moeten we gaan doorstappen, want we hebben om 13.00 uur een afspraak met Johan van der Horn van het
Jordanees Historisch Museum. in de Bloemstraat.
Helemaal leuk! Wat een te gekke ruimte met zoveel te zien, dat kun je niet in een keer in je opnemen.
Ik heb hem in de loop van de tijd een flink aantal foto's van de oude Jordaan gestuurd, om zijn plafond mee te beplakken. Dat was het plan. Maar daar zijn ze nog niet helemaal klaar mee.
Er staat anders genoeg om te bekijken. Vitrines vol met van alles! je kunt het zo gek niet bedenken of Johan heeft het.
Zelfs het originele tasje van 'Pistolen Paultje'een markante Amsterdammer ligt daar. A maakt er een plaatje van, want wie wil zoiets origineels nu niet zien?
Van een vitrine vol van allemaal dingen die op de oorlog betrekking hebben, tot ouderwets speelgoed, met een opwind sleuteltje, waarvan ik altijd de veer per ongeluk doordraaide helaas.
Tot en met een collectie Delfts blauw porselein, waar een liefhebber van zou gaan kwijlen. Echt! Teveel om op te noemen en zeker de moeite waard om dit leuke pand zeker een keertje te gaan bezoeken. Dat kan ik elke Jordanees, maar ook niet Jordanees zeker aanraden. Er wordt nog hard gewerkt aan de laatste loodjes, maar je kunt altijd binnen lopen wanneer er iemand aanwezig is.
Voor ons wordt het tijd voor een verlaat lunchje dat we gaan eten in het oude pand van Jamin op de hoek van de Rozengracht. Daar werkt de dochter van mijn oude tekenlerares 'tante Marijke'.
En dan besluiten wij na goed overleg toch nog even langs 'Museumfoto' te gaan, want ik wil de eigenaar graag even dag zeggen. Hij weet niet dat wij komen, Dus verrassing!
Vriendin A heeft het allerleukste Museum van Amsterdam nog niet bekeken, dus voor haar is dit ook een leuke en bijna toevallige ontmoeting.
En de regen valt gewoon gestaag door in Amsterdam, ook wanneer het tijd is om weer afscheid te nemen.
A gaat met de bus terug naar huis en ik met de tram en de trein. Ik heb een prima aansluiting en mijn trouwe oranje kanjer staat op het station op mij te wachten.
Wanneer ik haastig naar de ingang van het Centraal station loop, moet ik nog haastiger terug naar de tram waar ik net uitkom en waar ik vergeten ben uit te checken. GRgrgr ...
Ik schuif tussen de rij instappende toeristen en roep naar de trambestuurster, 'ben vergeten uit te checken,' waarop zij in een onvervalste Amsterdamse vertaling van het Nederlands in het Engels door haar microfoon brult:
Effrie boddie weet! Tis Leedie has toe sjek out furst. 'Dank je wel skat!' roep ik terug terwijl ik mijn kaartje langs de scanner haal en me snel richting hoofdingang van het station begeef.
Ik zwaai naar haar en zij zwaait met een brede lach terug. Amsterdammers begrijpen elkaar en dat is gewoon wel zo makkelijk in tijden van nood.
Wat een leuke dag weer.
Amsterdam, mijn Mokum en mijn Jordaan ik heb weer van je genoten
Wat kan je toch heerlijk schrijven
BeantwoordenVerwijderenDank je wel
BeantwoordenVerwijderen