Caloriearm
Bijna stak ik, tijdens het middagmaal, in een flinke kap witbrood rijkelijk belegd met pindakaas, de ‘Marine moord.’
Was ik te schrokkerig? Misschien te schielijk, of te dwaas
te hebberig te ruig?
Zonder kauwen doorgeslikt, hing de grote hap als een zware
last in z’n geheel achter mijn huig
Weigerend omhoog te komen, omlaag te gaan of ergens tussenin
Nergens een einde laat staan een nieuw begin.
Mijn luchtpijp was nog slechts voor een piepklein stukje
open, zodat er langzaam nog iets, van wat op een ademhaling leek, in kon lopen.
Dat met diezelfde moeite nog net kon worden uitgeperst.
Van slikken kon ik stikken maar ik deed toch zo mijn best.
Daar stond ik dan boven de spoelbak van de gootsteen, in
mijn benauwde vol-ornaat.
‘Dat krijg je er nu van’ sprak een vals stemmetje in mijn
hoofd. ‘Wanneer je weer eens in één keer, teveel naar binnen slaat.’
‘Ja. zoet nou maar’ sprak ik het stemmetje streng, maar wijselijk toe. ‘Het
moet eruit en het liefst wel NU! Maar ik weet even niet hoe!’
Het enige dat nog restte was een ouderwetse methode
Twee vingers in m’n bijna dichtgemetselde keel, die mij ook
konden doden.
Toen pas, kon ik langzaam kokkend dat brok cement gaan overgeven.
De kleffe kap met pindakaas, die zich hadden gevormd tot een pingpong
bal. Kon ik nu uit gaan kotsen met speeksel en al.
Toen wist ik het, ik ga het overleven, dit komt gewoon weer goed. Dit
nu is, wat belust zijn met je hebberigheid doet.
Ik had het even Spaans benauwd, maar liep net niet
blauw aan. Hoewel ik door verstikking bijna dood zou zijn gegaan.
Dit kan je dus gebeuren op een doordeweekse dag.
Wanneer je uit de bocht vliegt en iets doet wat je niet mag.
‘Kom op zeg! ’Zegt een stemmetje zacht in mijn linkeroor, je mag
heus wel eens over de schreef en een keertje zondigen hoor!
Ik heb nu weer lucht genoeg en mijn gezonde kleur terug, ben alleen nog
wel wat slapjes.
Zit nu te genieten van een brok witte chocola met hele kleine
hapjes…
© Josephientje
Reacties
Een reactie posten